Protestantse Kerk in Nederland
Protestantse Gemeente Oostzaan - Zondag 10.00 uur Kerkdienst in de Grote Kerk!
 
 
Preek Johannes 10: 11-16, Ezechiël 34: 1-10, 29 augustus 2021 Preek Johannes 10: 11-16, Ezechiël 34: 1-10, 29 augustus 2021

29 augustus 2021,

Mevr. Anita Winter



Doordat er geen geluidsopname van de kerkdienst van zondag 28 augustus 2021 ter beschikking is gekomen heeft mevr. Anita Winter  de preek, voor de gemeente  op schrift gesteld.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Het beeld van de goede Herder is velen van ons dierbaar. De herder die zijn schapen bij name kent, hen voorziet van wat ze nodig hebben, zijn leven riskeert om ze uit gevaar te redden. De afbeeldingen die we ervan kennen - een herder omringd door een kudde schapen meestal met een lammetje in zijn armen in een lieflijke omgeving van heuvels vol groen gras en stromend water - geven ons een gevoel van rust en veiligheid, ja, van zorgeloosheid. God, Jezus zorgt voor ons en gaat met ons mee heel ons leven lang, zelfs door dalen van duisternis en dood. Niet voor niets is psalm 23 een geliefde psalm bij uitvaartdiensten.

Toch is ons leven meestal geen aaneenschakeling van rust en veiligheid en zeker niet van zorgeloosheid: we zitten midden in een pandemie, mensen worden ziek, sommigen ernstig of houden nog lang klachten, en er gaan nog steeds mensen dood. In andere delen van de wereld zijn oorlogen en conflicten, honger en dorst en miljoenen zijn op de vlucht. Hoe kan dat als Jezus voor velen van hen de goede Herder is? Zorgt Hij dan toch minder goed voor zijn schapen dan we mogen aannemen? Misschien is het goed eerst eens naar de context te kijken waarin Jezus spreekt over zichzelf als de goede Herder.

In hoofdstuk 9 heeft Jezus een blindgeboren man genezen. De man kan voor het eerst van zijn leven zien. Je zou denken dat dat alom reden tot vreugde is. Maar de farizeeërs en schriftgeleerden zijn er allerminst blij mee. Ze zijn niet alleen vol ongeloof - die man zal wel helemaal niet blind geweest zijn -, maar hebben ook hun oordeel over Jezus klaar: zo iemand komt niet van God, want hij houdt zich niet aan de sabbat. Het is in reactie op deze confrontatie dat Jezus begint te spreken over herders en schapen.
Het is een beeld dat in alle grote oude rijken, Egypte, Assyrië, Babylonië veel gebruikt werd als aanduiding voor een heerser die zijn onderdanen ‘weidt’, over ze heerst. In het Oude Testament is het niet de koning, maar God die regelmatig getypeerd  wordt als herder die voor zijn kudde uitgaat en de schapen naar weideplaatsen en rustplaatsen aan water brengt. Koningen en priesters worden ook wel herder genoemd maar meestal impliciet en dan vaak in negatieve zin. Zoals we in Ezechiël hebben gelezen dat God betere herders zal aanstellen, omdat de eerdere herders niet goed voor de kudde zorgden. Niet elke herder is dus een goede herder.

Tegen deze achtergrond spreekt Jezus over herders, huurlingen, schapen, wolven en de goede Herder. De goede Herder onderscheidt zich van de andere herders en huurlingen: hij is de eigenaar van de schapen, de schapen luisteren naar zijn stem en volgen Hem, Hij zet zo nodig zijn leven op het spel voor de schapen. Jezus zegt: ‘Ik ben de goede Herder’. Of, wat in het Grieks ook mogelijk is: ‘Ik benis de goede Herder’. Door zo over zichzelf te spreken identificeert Jezus zich met Ik ben, met God s. En zoals God de Herder is van zijn volk Israël, zo is Jezus de Herder van allen die naar zijn stem luisteren en Hem volgen. 

En dat steekt schril af bij die andere herders. De schapen kunnen hen niets schelen, of letterlijk: ze hebben geen hart voor de schapen. Ze weiden de schapen alleen voor hun eigen gewin. Bij Ezechiël gaat om tastbare zaken: wol, kaas, vlees. Dat zijn heersers die hun onderdanen wel hoge belastingen opleggen, maar niet zorgen dat het ook goed met ze gaat. Ze moeten maar voor zichzelf zorgen, zoals de heerser met alles wat hij ontvangt van zijn onderdanen ook alleen voor zichzelf zorgt. Heersers zoals we ze vandaag de dag nog steeds kennen: de CEO’s die dikke bonussen in ontvangst nemen, maar het gewone personeel afknijpen met een tijdelijke contract of flexwerkers inhuren.
De herders, de huurlingen over wie Jezus spreekt bekommeren zich ook niet om de schapen die hen zijn toevertrouwd, maar op een andere manier. Ze leggen de schapen zware lasten op in de vorm van allerlei regels. Regels die niet per se verkeerd zijn, maar die ongeacht de omstandigheden moeten worden nageleefd. Regels gaan voor de zorg voor de schapen. ‘Nee’, zegt Jezus, ‘het gebod van de liefde tot God en de naaste gaat boven alles. Jullie farizeeërs zijn slechte herders van de mensen die aan jullie zorg zijn toevertrouwd. Als jullie je schapen voeden met regels in plaats van met de liefde van God, verkommeren ze en worden de regels als wolven die de mensen verscheuren en op zichzelf terugwerpen. Jullie denken alleen aan je eigen hachje, bang als jullie zijn dat de regels zich tegen jullie keren.

Ook dit soort herders komen we in onze tijd nog regelmatig tegen, misschien wel juist in onze tijd en in ons land, waarin alles gevangen lijkt te zijn in regels en formulieren. We hoeven maar aan de toeslagenaffaire te denken. De belastingdienst voerde als een ‘huurling’ de regels van de regering uit en protesteerde niet, toen bleek dat de regels heel nare gevolgen kon hebben. Tegen wil en dank is het langzaam maar zeker bij de regering doorgedrongen dat regels boven mensen zijn gegaan, regels die mensen kapot hebben gemaakt. En we hebben gezien dat het niet helemaal zonder gevaar is, de schapen tegen de wolven, tegen de kapotmakende regels te beschermen. Dat je met kritiek op deze regels je politieke leven op het spel zet. Als je probeert een goede herder te zijn van de mensen die aan jouw zorg zijn toevertrouwd, staan de slechte herders klaar om je aan hun kant te krijgen of weg te promoveren. Of je op een andere manier onschadelijk te maken.

Waarom laat de goede Herder, waarom laat God dit soort dingen eigenlijk gebeuren? Als Hij voor de schapen zorgt, zou hen dit toch niet mogen overkomen? Is Jezus wel echt de goede Herder? Jazeker, maar niet zo letterlijk als Hij in de gelijkenis vertelt. Daarvoor is het ook een gelijkenis. Jezus is de goede Herder, omdat Hij de schapen naar groene weiden en rustige wateren voor de ziel brengt, omdat Hij de ziel beschermt door zijn leven te riskeren voor de aanvallen van de duivel. Hij geeft mensen op zielsniveau alles wat ze nodig hebben: een herstelde relatie met God, waardoor zijn kudde, zijn schapen één met God zijn en delen in zijn liefde. 

Christenen aan het eind van de eerste eeuw, de tijd waarin het Johannesevangelie geschreven is, leefden in een tijd die minstens zo onzeker was als de onze. En zeker voor jonge christelijke gemeentes in Klein-Azië, het huidige Turkije, waar de gemeente waarvan Johannes deel uitmaakte meestal gezocht wordt. Bij tijd en wijle hadden ze vervolging van de Romeinse overheid te duchten, maar vooral waren er interne problemen. De tempel was verwoest en joden en joden-christenen zochten naar nieuwe wegen om hun geloof vorm te geven nu de tempeldienst niet meer mogelijk was. De scheiding tussen joden en christenen, die hierin verschillende wegen gingen, werd onontkoombaar en ging gepaard met conflicten, totdat de messiasbelijdende joden uiteindelijk uit de synagoge werden gezet.

In deze situatie was het voor de christenen in Klein-Azië een grote troost en bemoediging te weten dat Jezus hun goede Herder was, dat zij door Hem, door zijn dood en opstanding, in Gods nabijheid konden leven. En dat ieder die naar Jezus’ stem luistert veilig is voor de wolven, die de schapen van de gemeente roven en de kudde uiteenjagen. Wie die wolven waren, was voor de johanneïsche christenen wel duidelijk: iedere valse leraar die hen van Gods liefde wilde scheiden door Jezus niet te erkennen als de Messias of door te vertrouwen op eigen goedheid en kracht. De grote verleider, de satan die door de dood en opstanding van Jezus geen vat meer op ze had.

We zien dus dat de gelijkenis van de goede Herder verschillende lagen heeft die door elkaar heenlopen en elkaar aanvullen: Jezus is de goede Herder door wie de schapen, de gelovigen verbonden zijn met God en in de zon van zijn liefde kunnen opbloeien, hoe hun omstandigheden in het leven ook zijn. Naast de goede Herder geeft God ook menselijke herders die verantwoordelijkheid hebben over een kudde, klein of groot, als ouder, afdelingschef, directeur, kerkenraadslid, volksvertegenwoordiger of president. Of in de gemeente over elkaar in het onderling pastoraat. Herders die naar de stem van de goede Herder luisteren, zullen proberen een herder te zijn zoals Hij en niet in de alleen aan hun eigen welzijn denken, maar ook dat van hun kudde op het oog hebben. 

Wie niet naar de woorden van de goede Herder luistert, loopt de kans een slechte herder te worden die zich precies voldoende om de schapen bekommert dat ze hem een goede opbrengst opleveren. Of een huurling die niet zelf de schapen kwaad doet, maar zeker niet zijn leven wil riskeren als anderen de schapen kwaad doen. Zij zijn de zogenaamde bijstanders, de mensen die niet zelf pesten, maar ook niets doen om het te voorkomen. Mensen die niet tegen autoriteiten in durven gaan of vasthouden aan regels zijn regels. 

En er zijn wolven die de schapen willen wegroven van de herder en de kudde uiteenjagen. Dat is alles dat en iedereen die ons wil scheiden van Gods liefde, die de grond van ons bestaan is.

Zo legt de goede Herder het fundament voor een leven in volheid, maar vraagt God mensen om mee te helpen zijn Koninkrijk op aarde gestalte te geven.

Doet u mee?
Amen

terug
 
 
 
 

Heilig Avondmaal
datum en tijdstip 10-11-2024 om 10.00 uur

Voorganger:
Ds. Truus de Boer



 
meer details

 
Kerkdienst geluidsopname
20 oktober 2024

ds. Cristina Pumplun

 
 
Kerkbuurten
oktober 2024


Deadline volgende Kerkbuurten:
26 oktober 2024 
 
 
Agenda Grote Kerk

 

Druk op de afbeelding om
naar de Agenda te gaan.

 
 
Agenda Vrienden van de grote kerk Oostzaan


 
 
 
Protestantsekerk.net is een samenwerking tussen de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland en Human Content Mediaproducties B.V.