|
|
Het Regthuis
Het Regthuis
Vanaf 1568 tot en met 1648 ging Holland gebukt onder de agressiviteit van de Spanjaarden. De Tachtigjarige Oorlog, welke slechts gedurende twaalf jaar werd onderbroken door een ’wapenstilstand’. Een periode die bekend staat als het Twaalfjarig Bestand. In deze periode werd in het jaar 1617 het Regthuis in Oostzaan gebouwd. In dit Regthuis vergaderden de Schout en Schepenen van de Banne Oostzaan. En dat deden zij gedurende de volgende 240 jaar.
Dan wordt het 1858. Het Regthuis vertoont mankementen en er is instortingsgevaar; dit mede omdat het behoorlijk oud was en het langs een rijweg stond met alle gedreun van voorbij rijdende karren en paarden. De Voorzitter van de vergadering stelde toen voor, teneinde ongelukken te vermijden, het Regthuis te laten slopen en liet een bestek en begroting maken voor een nieuw Gemeentehuis. Dit zou worden opgetrokken uit steen en zou op de begane grond een Herberg, een stalling voor paarden, een gevangenenbewaarplaats en een woning voor de kastelein moeten bevatten.
Op de eerste verdieping de Raadszaal met een porte brisé zodat bij bijzondere gelegenheden de Raadszaal tot een grotere zaal zou kunnen worden uitgebreid. Ook zou er een kamer voor het Polderbestuur moeten komen en de Secretarie zou zo goed mogelijk moeten worden afgescheiden van de Herberg. Een multifunctioneel gebouw dus, evenals de huidige KunstGreep. Uit de opzet komt naar voren dat het in eerste instantie ging om een sluitende exploitatie van het gebouw. De Kastelein woonde er, beheerde het gebouw en werd pachter van de Herberg en de paardenstal. Er werd contact gelegd met een aannemer uit Koog aan de Zaan, de heer Verlaan, die een bestek en berekening had maakte en uiteindelijk uitkwam op een bedrag van 12.535 gulden. Hierover is in de toenmalige Gemeenteraad breedvoerig gesproken doch in aanmerking nemend dat er 13.950 gulden was begroot, is de Gemeenteraad met het voorstel akkoord gegaan.
En zo kwam er dus een nieuw Gemeentehuis en werd het Regthuis afgebroken. Links bij de ingang was de Secretarie en daarachter was een cel alwaar lieden die zich maatschappelijk misdroegen opgesloten werden. Rechts naast de ingang was de kamer van de kastelein en de slaapvertrekken van het gezin van de kastelein bevonden zich op de vliering.
Zo ging de tijd voort tot 1922. In dat jaar werd besloten de Herberg te sluiten omdat deze ruimte in gebruik moest worden genomen voor de administratie van de gemeente. Ook de paardenstallen werden opgedoekt en in de vrijkomende ruimte werd de brandspuit ondergebracht. In 1955 werd de naastliggende manufacturenzaak gekocht en toegevoegd aan het Gemeentehuis. In 2005 verkaste het Gemeentehuis naar de KunstGreep en thans is in zekere zin de oude Herberg uit de as herrezen als restaurant.
| terug
|
|
|
|
|
|