|
|
25 november 2018 Eeuwigheidszondag
25 november 2018 Eeuwigheidszondag
Schriftlezing Johannes 11:1-3.17-44
Soms staan de teksten die we uit de bijbel lezen heel ver van ons af. Verhalen over de tempel in Jeruzalem of spijswetten komen uit een wereld die we niet kennen. Verhalen over de schepping zijn letterlijk beschouwd niet verenigbaar met onze wetenschappelijke inzichten. Bijbelse teksten die bepaalde culturele waarden als gegeven veronderstellen, bijvoorbeeld de ondergeschiktheid van de vrouw, passen niet bij onze culturele waarden.
En ook het verhaal van vandaag, de opwekking van Lazarus uit de dood, hoort bij de verhalen die voor velen van ons tot verbazing leidt, soms doet het zelfs aan als een fabeltje. Opwekking uit de dood, genezingen en andere wonderverhalen passen voor velen niet bij de realiteit zoals wij die kennen.
En toch gebeurt er ook veel in het verhaal wat voor ons wel degelijk herkenbaar is. Zeker vandaag, wanneer we aan de mensen denken die zijn gestorven, is de rouw, het verdriet en de noodzaak om bij elkaar te komen voor ons hetzelfde als voor Marta en Maria, voor Jezus en zijn vrienden. Marta en Maria rouwen om hun gestorven broeder Lazarus. Te midden van vriendschap, verbondenheid, liefde wordt uit deze familie de broer weggerukt uit het leven. En dat doet vreselijk veel pijn. Wij weten allemaal dat het sterven van een mens waarmee we het leven delen pijn doet. Soms gaat iemand veel te vroeg, had er nog zo veel leven moeten worden gedeeld. Soms sterft iemand na een goed en voldaan leven en is het een troost dat het lijden een einde heeft. Soms komt de dood in vrede, ja kan de dood ook wel een opluchting, een verlossing zijn. Maar soms zijn er ook onaffe dingen in het leven, zijn woorden niet uitgesproken, is er spijt om wat gebeurd is. Kunnen we geen vrede hebben met de dood.
In het verhaal lijkt het erop dat Lazarus veel te vroeg komt te overlijden. Een ziekte heeft hem uit het leven weggerukt. En hoe navoelbaar zijn de woorden en gedachten die Marta en Maria denken en spreken. Wat als? Wat als wij er eerder bij waren geweest? Wat als er medicijnen waren geweest voor de ziekte? Wat als ik of iemand anders het anders hadden gedaan? Keer op keer gaan de gebeurtenissen door je hoofd - zonder dat je ze kunt veranderen. Maar het verlangen naar een andere afloop, andere keuzes kan ons blijven achtervolgen. Zo ook bij Maria en Marta. Ze zijn op Jezus gesteld, dat merk je aan alles. Maar had hij er niet eerder kunnen zijn? Was hun broer dan niet nog in leven geweest? Maar het is anders gegaan, Lazarus is overleden en er is niemand die het verleden kan veranderen. Zelfs Jezus niet. Zelfs hij kan niet de tijd, dat wat gebeurd is ongedaan maken. Zo ver gaat het wonder niet, dat we kunnen hopen dat het sterven van onze geliefden, onze eigen sterfelijkheid, teruggedraaid wordt. En het realiseren daarvan raakt ons en kan onze wereld op z'n kop zetten. Kan het licht verduisteren, de hoop ontnemen, de vreugde doven. Het leven is niet altijd mooi en goed, ziektes, wanhoop, schuldgevoelens, mensen ook aan het leven verliezen - vaak worden we geconfronteerd met de duisternis in onze levens.
Ook Jezus, geconfronteerd met de dood van zijn vriend Lazarus, voelt het verdriet, de duisternis. De tranen om het verlies, de tranen om het leven waarin we telkens weer te maken hebben met de dood, de dood op allerlei manieren, vloeien ook bij Jezus. Ik vind het een troostrijke gedachte dat ook Jezus aan het graf van zijn vriend rouwt, net als wij. Dat we vandaag hier bij elkaar ons verdriet met elkaar en met God mogen delen. Dat de tranen, maar ook alle andere gevoelens, de boosheid, de opluchting, de spijt, de vrede en de hoop - dat wat wij voelen aan hem, ook aan God niet vreemd is.
We hoeven ons niet te schamen voor het verdriet in onze ziel, de duisternis van waaruit wij naar de morgen verlangen. En ik vind het ook nog met betrekking tot een ander aspect troostend, dat Jezus met ons weent om alles wat niet goed is in ons bestaan. Want in het gesprek tussen Jezus en Marta wordt duidelijk dat zij beiden diepgeworteld zijn in hun geloof dat de doden zullen opstaan. Dat de dood niet het laatste woord heeft. Het woord `hemel' valt hier niet, maar het is wel vergelijkbaar met het geloof van velen van ons. Dat er meer is, dat het verder gaat na de dood, ook al weten wij niet hoe, kennen en begrijpen we niet wat voorbij de horizon, aan gene zijde mag zijn. Dat voorbij de dood onze dierbaren en wij thuiskomen, opgenomen worden in de liefde van God. Dat God niet los laat het werk dat zijn hand aan ons mensen begon.
Marta en Jezus geloven, zijn ervan overtuigd dat voor Lazarus het leven wacht. En toch is er verdriet, mag de rouw er zijn. En dat vind ik troostrijk. We hoeven niet altijd dapper en sterk te zijn.
Maar het verhaal van Lazarus is nog niet afgelopen. Er gebeurt nog meer in het verhaal. Het verhaal wil ons niet alleen vertellen, dat de dood niet het laatste woord heeft, dat er opstanding voor allen zal zijn. Maar het verhaal vertelt ook nog van een opstanding die uit de toekomst reikt naar ons leven hier en nu. We worden niet slechts vertroost op later. Ons wordt hier en nu opstanding aangezegd. En op dit punt kan het verhaal bevreemdend worden, onrealistisch. Op de vierde dag, de dag dat het te laat is, het moment dat het verleden echt niet meer terug kan worden gedraaid, het nu dat we moeten accepteren dat onze dierbaren echt gegaan zijn, op de vierde dag wordt Lazarus uit de dood opgewekt. Lieve mensen, wij weten niet op welke echt gebeurde verhalen de opwekking van Lazarus berust. Of het historisch echt waar is - niemand van ons weet dat. En ik matig me het ook niet aan om hierover een uitspraak te doen.
Maar onafhankelijk daarvan vertelt mij de opwekking van Lazarus dat de opstanding waarvan Jezus spreekt, de opstanding die Jezus zelf belichaamt, dat het ons en hen die zijn overleden, niet alleen in de toekomst, maar ook in het nu aanraakt. ``Ik ben de opstanding en het leven.'' zegt Jezus. Ik ben, daarbij bedoelt hij zichzelf, maar hij bedoelt ook God die zich bekend heeft gemaakt met de naam ``Ik ben, ik zal er zijn''. God is het leven, God is de opstanding, ondanks alles, ook wanneer het te laat is, ook wanneer we in de duisternis zijn, ook in het wanhopig makende verdriet.
Opstanding - dat is los worden gemaakt van ketens die ons gevangen houden. Opstanding is recht en vrede leven. Opstanding is verzoening met wat er is. Opstanding is weer verder gaan in het leven. Opstanding is weer kunnen lachen en kunnen genieten. Opstanding is het licht van herinneringen voor hen aansteken. Opstanding is hun namen met ons mee dragen. Opstanding is dat God hun namen bij zich draagt. Dat hun en onze namen gegrift zijn in de palm van Gods handen. Dat het diepste wat mij ik maakt, dat onze namen, onze identiteit op geen ogenblik sterft, nooit verloren gaat. Maar dat wij allen leven bij God. Van nu tot in eeuwigheid.
Ds. Carolah Dahmen.
| terug
|
|
|
|
|
|