Protestantse Kerk in Nederland
Protestantse Gemeente Oostzaan - Zondag 10.00 uur Kerkdienst in de Grote Kerk!
 
 
Nieuwsbrief PKN Oostzaan - jaargang 1, nr. 8. Nieuwsbrief PKN Oostzaan - jaargang 1, nr. 8.

Overdenkingen Stille zaterdag en Pasen

Ds. Carola Dahmen

Predikant 
 



Beste mensen,

Ellende, ellende en nogmaals ellende ligt op de lippen van de bijbelse klaagliederen. Ik beveel het u, eerlijk gezegd, niet bepaald aan om Klaagliederen te lezen. Ook al is het schone poëzie, zit het boek – ook in de vertaling – meesterlijk in elkaar, het beschrijft gruwelijkheden die onder je huid gaan zitten. Maar Klaagliederen heeft natuurlijk wel een belangrijke functie in de bijbel en ook nog eens een belangrijke boodschap. Eigenlijk betekent het opnemen van klaagliederen in de bijbel: Het mag allemaal, treuren, rouwen, verdriet hebben, klagen. Sterker nog, klagen mag niet alleen, het moet ook, het is van groot belang. En dat klagen is niet zoals wij doorgaans klagen verstaan, het is niet een beetje zeuren over de heg van de buurman of klagen over het weer. Het bijbelse klagen is jammerklacht, is huilen in het aangezicht van de dood.

In Israël en trouwens ook in andere culturen, vandaag de dag, was het jammerklagen in professionele handen. Wanneer iemand stierf werden vaak de zogenaamde klaagvrouwen ingehuurd. Zij zongen klaagliederen over de gestorvene. De klaagliederen hadden een bepaalde poëtisch vorm, maar de klaagvrouwen konden het ook toepassen op de overledene. En dat was troostrijk. Daarmee konden deze vrouwen de familie ondersteunen, konden ze emoties kanaliseren. Het hoorde bij het rouwritueel van Israël, net zoals bij ons er ook bepaalde rituelen zijn wanneer een dierbare overlijdt. Ik weet vanuit mijn ervaring in het begeleiden van families die rouwen, dat het benoemen van emoties van groot belang is. Tranen mogen er zijn, ze helpen zelfs. Zo waren de klaagvrouwen een belangrijk onderdeel in het rouwen van families in Israël. Ze werden soms zelfs wijze vrouwen genoemd. Ook in het Nieuwe Testament, in het verhaal van de dochter van Jairus, komen ze voor.

Het bijbelse boek Klaagliederen is op een bepaalde manier vergelijkbaar met de klaagzang van de vrouwen. Alleen gaat het niet over een individu dat gestorven is. Het gaat over de verwoesting van Jeruzalem. En dat het niet alleen om stenen gaat, wordt in Klaagliederen wel duidelijk. Zoveel doden, zoveel ellende, honger, oorlog, verkrachtingen, spot door de vijand, vernederingen – de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 586 v.Chr. moet verschrikkelijk zijn geweest.

En toch, en toch: ik heb voor u zojuist een korte tekst uit het boek Klaagliederen gelezen, uit het hart van het boek, middenin staat deze tekst. En daar klinkt ineens, te midden van zo veel verschrikking, hoop, genade, ontferming, trouw. In het klaaglied, dat de functie heeft om verdriet en pure verslagenheid de ruimte te geven, klinkt toch ook hoop, naast de wanhoop.

Het boek Klaagliederen heeft een vaste functie in het Jodendom. Het hoort bij de vijf feestrollen die op gezette tijden wordt gelezen. Klaagliederen wordt op de 9e dag van de maand ab gelezen, op de jaarlijkse vasten- en rouwdag. Dan wordt de verwoesting van de tempel herdacht en het lijden van Israël, de holocaust, de vervolging van de Joden door de eeuwen heen.

En ook in het christendom heeft Klaagliederen een functie gekregen. Zo wordt het gelezen op Stille Zaterdag. Niet zo zeer in de Paasnacht, wanneer de nieuwe Paaskaars wordt binnengedragen en de opstanding van Jezus gevierd wordt, maar meer op de ochtend van Stille Zaterdag. De verslagenheid na de kruisiging van Jezus, de dood van de hoop, de dood van hem in wie we God vermoedden – dat is het kader waarin Klaagliederen in de traditie van de kerk klinkt.

In Nederland was er nog geen rouwdag over de doden die het Coronavirus al heeft geëist. Wellicht dat die nog komt. In China en Italië en andere landen waren er al dagen van rouw, samen stil staan bij het overlijden van zovelen. Hoeveel families zijn er niet, die een dierbare hebben verloren, die niet eens afscheid konden nemen. Niet eens fatsoenlijk hun doden konden begraven.

We hebben alle reden om te klagen en we mogen het ook doen. Rouwen om al die dodelijke slachtoffers. Klagen om de situatie waarin wij, de hele wereld, zich op dit moment bevindt. Hoe moet het allemaal verder? De impact is enorm en de vraag zal komen welke keuzes gemaakt worden. Wachten op een vaccin? Gecontroleerde ziekteverspreiding? Hoeveel mensen zullen nog sterven en wat is andere schade die geleden wordt? Economie is niet alles, maar er moet wel gegeten worden. Misschien schets ik het nu somberder dan het is. Dat hoop ik. Maar – zo lees ik in de krant – ook de experts weten niet hoe we uit deze situatie moeten komen. We hebben alle reden om in de klaagzang in te stemmen.

“Door wat voor grote eenzaamheden is Hij aan ons voorbijgegaan, wij hebben wel zijn naam beleden maar niet zijn stem verstaan” dicht Jan Willem Schulte Nordholt, het lied wat we zonet hebben gehoord. Iedereen is gevlucht, zo hoorden we gisteren op Goede Vrijdag. Zelfs Petrus, die het echt anders wilde, had hem drie keer verloochend voordat de haan had gekraaid. En toch is die grote eenzaamheid van Jezus niet helemaal waar. Drie vrouwen zijn er. Maria uit Magdala, een tweede Maria die, denk ik, de moeder van Jezus is en een derde moeder is er.

Het zijn de vrouwen die de dood, en ook het leven onder ogen zien. Zoals de klaagvrouwen, gaan ze het verdriet en de pijn niet uit de weg. Ze vluchten niet, maar blijven bij Jezus, houden de wanhoop, de machteloosheid uit. Blijven, ook wanneer het al te laat is. Wanneer de strijd beslecht is, de dood onvermijdelijk is gekomen.

Klaagliederen gaan niet over hoop, over leven, over opstanding. Klaagliederen gaan over de dood, over verdriet. Stille Zaterdag is geen dag waarop we feest houden. Zeker niet vandaag, zeker niet in deze tijd. En we moeten het misschien ook niet proberen om altijd maar flink te zijn, om altijd maar goede moed en hoop te houden. Want dat klopt gewoon niet. Iedereen van ons zal in deze tijd wel momenten hebben waarop het je aanvliegt, waarop het je benauwt. Momenten waarin je bang bent. Wanneer je wakker ligt. Wanneer er pijn en verdriet is.

Klaagliederen laat het horen. De vrouwen doen het ons voor. Het Jodendom, ook het christendom geeft het een plek. De tranen die ons helpen om ontferming te bidden.

“En toch, toch geef ik de hoop niet op, want hieraan houd ik vast: Genadig is de Heer!”

Morgen is het Pasen. Pasen is geen genade die zomaar in de schoot wordt geworpen. Pasen is door de dood gegaan. Jezus is door de dood gegaan. Het leven is niet een en al Paasjubel, niet alleen Halleluja, zonneschijn en geluk. Het leven is bedreigd door de dood, gaat erdoorheen, kent verdriet en pijn. In deze tijd, nu we op zo’n grote schaal te maken hebben met een virus dat niet alleen ons gewone leven, maar zoveel levens bedreigt.

Maar we weten het niet alleen sinds deze crisis. Ons leven is kwetsbaar en soms ervaren we dat. Doordat ziekte ons of dierbaren overkomt. Doordat we geliefden verliezen. Doordat dromen breken en hoop niet uitkomt. Het leven niet zo maakbaar is als we dachten. Tranen horen bij het leven zoals ook lachen bij het leven hoort. En dat onder ogen zien, daarover klagen, wenen, verdrietig zijn – het kan, het mag, misschien moet het zelfs. Want midden in de nacht, door de tranen heen, in de dood, in de wanhoop, klinkt er “en toch”. Groeit er leven in de groeve. Gebeurt zoiets als genade of licht. Blijkt de liefde sterk als de dood. Doorkruist de opstanding de banden van de dood.

Vandaag is het einde niet. Verdriet en pijn, ze verliezen hun kracht. De nieuwe dag zal komen, misschien morgen al, en legt een ander lied op onze lippen. Amen.

Overdenking Pasen

Vorige week kreeg ik ons wekelijks tijdschrift “De Groene Amsterdammer” op de mat en daarop las ik de kop “Coronakansen. Nu de volksgezondheid op het spel staat, blijkt economische groei niet heilig. Komen we duurzaam uit deze crisis?”

De “Groene Amsterdammer” is een tijdschrift dat sowieso veel aandacht heeft voor milieuzaken, voor economie, politieke achtergronden en opinies die voorbij de mainstream gaan.

Zit er een kans in deze crisis waarin we ons nu bevinden, speculeert de Groene Amsterdammer. Is dit misschien een historische kans om de wereldeconomie ten goede te veranderen? De kritiek op het dogma van de economische groei wordt al sinds het rapport van de Club van Rome door veel economen gedeeld. Misschien kent u nog de naam Harry de Lange. Een econoom die in de beginjaren bij het CBS heeft gewerkt, met een sociaal hart die zich vooral ook door de kerk en de oecumene heeft ingezet voor het bestrijden van armoede en discriminatie wereldwijd. Een praktische vertaling van het evangelie, daar stond hij voor. In de jaren 80 werd hij ook bekend met zijn pleiten voor een economie van het genoeg. Geen focus op economische groei, maar focus op de groei van welzijn. En onder welzijn verstond hij het welzijn van mensen, maar ook het welzijn van de schepping. De limiet van de aarde moeten gerespecteerd worden zodat we met z’n allen goed kunnen leven op deze aarde.

Vergroening staat weliswaar op dit moment op een laag pitje. Politici in Den Haag zijn begrijpelijkerwijs druk met andere zaken. Maar met uitzondering van een paar klimaatsceptici die helaas in een aantal regeringen van landen zitten, is de noodzaak om de economie te vergroenen, toch wel tot de meeste politici doorgedrongen.

Maar dat betekent nog niet, dat deze vergroening ook gepaard hoeft te gaan met een verandering van de wereldeconomie. Duurzame groei – dat is een concept dat doorgaans het uitgangspunt vormt voor regeringen om te verduurzamen.

Duurzame groei is echter niet wat de economen voor ogen staat die de Groene Amsterdammer aan het woord laat. Zij zien juist een tegenstelling tussen duurzaamheid en groei en pleiten ervoor dat de wereldeconomie er geheel anders uit moet zien. Een economie van het genoeg, circulair in plaats van groeiend, ideeën over een basisloon  - dat zijn allemaal visioenen van groene economen. Of er iets van komt, dat zullen we pas na deze crisis te weten komen. Dat zal stof zijn voor geschiedenisboeken over deze tijd.

Naast zulke economische visioenen, lees je ook in andere media veel over de kansen van deze crisis. Thuiswerken, bijvoorbeeld, heeft nu een enorme vaart genomen. En natuurlijk zorgt thuiswerken op dit moment ook voor veel stress bij mensen. Zeker als kinderen thuis zijn en je ook nog eens les aan hen moet geven en hen moet vermaken en ondertussen ook nog wat gewerkt moet worden, zorgt dat voor stress. Maar terwijl het een paar weken geleden voor veel beroepen onrealistisch leek om thuis het werk te organiseren, lijkt dat nu toch steeds beter te lukken. En dat heeft ook voordelen. Zo bespaar je een hoop tijd als je niet in de file staat.

Ook vertellen veel gemeenteleden over de mooie kanten die er nu ook zijn. Buren- hulp. Mensen lijken alleemaal ineens wat vriendelijker tegen elkaar te doen. Ik hoorde over acties om pannenkoeken te bakken voor de buren. Kinderen die vrolijk en ontspannen zijn. Ouders die ineens veel tijd hebben voor de kinderen, met hen brood en cake bakken, uitgebreid en gezond koken.

Ik merk het zelf ook. Ook al maken wij, mijn partner en ik, ons ook zorgen, over onze ouders die allemaal qua gezondheid kwetsbaar zijn, ook over financiële zaken en hoe het allemaal verder gaat, toch is het ook ontzettend mooi om nu met z’n drieën thuis te zijn en samen te kunnen meemaken hoe onze dochter de eerste stapjes zet

U moet nu niet denken dat ik het allemaal wil goed praten. Zeker niet! De verspreiding van dit virus is verschrikkelijk. De getallen van doden zijn duizelingwekkend. De eenzaamheid van ouderen is hartverscheurend. Vooral ook de mensen in verzorgingstehuizen die helemaal geen bezoek meer mogen krijgen. En mensen die dement zijn, geestelijk gehandicapt of psychische klachten hebben – het is een verschrikking. De stille ramp in verzorgingstehuizen omdat medisch materiaal, testen voor het ziekenhuis werden gebruikt, niet voor de ouderen in tehuizen. De mensen die zich zorgen maken om hun baan, bedrijf…we kunnen zo nog een tijdlang doorgaan. Deze crisis is allesbehalve goed. En toch, zo hoop ik, misschien nemen we ook mooie ervaringen uit deze crisis mee.

Misschien maakt juist het Paasverhaal de spanning tussen de verschrikking van een crisis en de kansen duidelijk.

Als je het verhaal heel platslaat, dan kun je denken: Jezus is wel gekruisigd, maar toch ook wel opgestaan uit de dood. Eind goed, al goed. Halleluja. Maar zo het verhaal lezen doet het geheel absoluut geen recht.

Pasen kun je niet zonder Goede Vrijdag begrijpen. De opstanding zonder het lijden, de verschrikking van de marteling, de dood is een ongeoorloofde versimpeling.

De dood van Jezus wordt niet door Pasen hersteld of weer goed gemaakt. Het lijdensverhaal van Jezus houdt ons voor ogen hoe wreed en duister het leven is, hoeveel onrecht, verraad, puinhoop, missen van het levensdoel er is. Jezus, een rechtvaardige, die vrede wilde brengen, die zijn andere wang aanbood, die niets dan waarheid zei, die goedheid bracht, het goede, het schone, het goddelijke belichaamde – die werd vermoord. Alles wat zin maakt in het leven wordt op Goede Vrijdag gekruisigd.

We hoeven maar naar de schrijnende nood van de kwetsbaren nu te kijken. Armen die niet beschermd worden tegen Corona. Vluchtelingenkampen waar zich een humanitaire ramp voltrekt. De onrechtvaardigheid in de wereld, aan de ene kant mensen die eten weggooien en aan de andere kant mensen die door de honger sterven. En ook deze corona-crisis is voor ons allen, voor de mensen die ziek zijn, die overlijden, die op een andere manier slachtoffer worden, is op een bepaalde manier kruisiging. Is de dood die inbreuk doet op het leven. Is een vorm van dood die Jezus aan zijn eigen lijf heeft ervaren.

Het leven is niet alleen goed. In het leven, in deze wereld, in de schepping die ondanks alles goed heet, is er ook tegenstand, is er ook duisternis en dood. Ook het Exodus-verhaal weet ervan. De Israëlieten, zo vertelt het verhaal, worden door God bevrijdt uit de slavernij. Maar het loopt niet allemaal vanzelf. Mozes zegt wel tegen zijn volksgenoten, dat ze niets hoeven te doen, dat God het wel voor ze gaat regelen, maar daar denkt God toch wel anders over, zo lijkt me. De Israëlieten moeten verder trekken. Moeten door de woestijn, door eenzaamheid en pijn en moeite. Bevrijding komt als je meewerkt, als je meegaat in die bevrijding. “Ga met God en Hij zal met je zijn”.

Maar er is tegenstand. Dat opstaan, die bevrijding, dat meegaan met God, dat is niet zo simpel. De Israëlieten zijn doodsbenauwd, zijn bang voor de onzekere toekomst. En de Egyptenaren komen met oorlog, met wapens achter hen aan. De tegenstand, de banden van de dood, de ramp van de huidige crisis – het is reel, het bedreigt ons, het brengt de dood. En alle vertroosting die de werkelijkheid van de dood, de duisternis, de diepte in ons leven niet serieus neemt, is niets meer dan opium voor het volk.

Trouwens, als je dat verhaal uit Exodus zo leest, dan is het een nogal gruwelijk verhaal. Ik kan nu niet op de details ingaan, maar dat de Egyptenaren ook gewoon mensen zijn, dat is wel evident. Maar dit Exodus-verhaal is niet te vergelijken met een geschiedenisles. We moeten de Egyptenaren hier vooral zien als vertegenwoordigers van het terreur, van de dood, van de angst. Daaruit, uit slavernij, uit angst bevrijdt God. De angst en de dood dat is wat in de diepte van het water achter blijft.
Eigenlijk is het Exodus-verhaal, dit oude bevrijdingsverhaal, niet zo heel anders dan het Paasverhaal. Ook Jezus gaat door de diepte van de zee, door de diepte van de dood.

Pasen en Goede Vrijdag kun je niet zonder elkaar denken. Het is dan ook niet zo, dat Jezus het leven terugkrijgt van God. Het is geen sprookje. Jezus wandelt niet ineens opgewekt uit de dood weer op aarde rond.

De opwekking uit de dood van Jezus is een eschatologisch gebeuren. Eschatologisch is een moeilijk woord, van oorsprong Grieks. Het betekent, de laatste dingen. Die opwekking van Jezus gebeurt niet en ook weer wel in dit leven. Het gaat over datgene wat voorbij dit leven is. Het gaat over Gods werkelijkheid, Gods eeuwigheid die boven tijd en ruimte verheven is. Jezus staat op naar Gods werkelijkheid. Dat betekent dat zijn wonden blijven. Zijn dood is niet teruggedraaid. De schuld die wij mensen op ons hebben geladen, door alle kruisigingen, alle ellende die we elkaar in dit leven aandoen, dat is werkelijk, dat is reel en wordt niet zomaar opgeheven door God. Het is niet zo dat we maar stilletjes hoeven afwachten tot God als een grote Wonderman onze fouten komt herstellen.

En toch: God blijft niet zitten, God staat op, voor zijn geliefde, voor zijn schepping. God redt, bevrijdt uit de ellende, uit de dood, uit de angst, uit het graf, vergeeft de opgeladen schuld.

Dat is Pasen en dat is wat ons moed kan geven. Dat is onze hoop, juist ook nu in deze crisistijd. God laat zijn schepping niet alleen, God neemt bij de hand wie in duisternis is. En misschien gebeuren er juist nu kleine, grote Paasverhalen.

De adempauze voor de schepping die zo gekweld wordt door uitbuiting. Het stilzetten van ons mensen en de vraag die nu bij velen opkomt: waarop komt het nu eigenlijk aan in het leven? Wat is werkelijk van waarde? De kansen voor een betere wereld, die er misschien toch wel liggen. De tijd van ouders met hun kinderen. De ervaring hoe je voor een ander klaar kunt staan in tijden van nood. Nieuwe ervaringen, samenhorigheid, solidariteit, creativiteit – misschien is het straks heel gauw weer vergeten. En gaat de mensheid weer over tot de orde van de dag. Maar laten we hopen, dat die kleine-grote Paasverhalen die nu gebeuren niet vergeten worden.

En ook het grote Paasverhaal – het gebeurt ook nu, ook dit jaar weer. Ook zonder ons. Ook zonder onze kerkdiensten, zonder onze handen en voeten. Zoals de natuur vanzelf wakker wordt uit de dood van de winter, zo staat het goede, de vrede, het goddelijke steeds weer op. Ook tegen de weerstand in. Tegen onze onmacht, ons onvermogen om maar iets te kunnen doen, geeft God ons zijn hand. Helpt ons op, zet ons op onze voeten zodat wij met hem mee kunnen lopen, met God meebewegen in haar bevrijding. Gedragen worden we door de liefde, goddelijke liefde. Want is het niet dat waarop het aankomt? Is de liefde niet wat ons uit de duisternis haalt.

Om liefde, om iemand gaan wij een leven, wagen wij dood na dood, zwerven de verste wegen om jou, op hoop van zegen, mijn liefde, mijn reisgenoot.
Dalen van zwarte aarde, bergen van hemelsblauw, om alles ga ik dit leven om alles of niets met jou.  Amen.

Hartelijke groet,
..................................................
Ds. Carola Dahmen
Predikant 
 

Protestantse Gemeente Oostzaan 
Postbus 44
1510 AA Oostzaan
 

 

Regelmatig zal de nieuwsbrief van PKN Oostzaan, door ds. C. Dahmen verschijnen.
Dit is jaargang 1, nr. 8 14 april 2020). Voor meer info: predikant@pknoostzaan.nl

of onze websites www.pknoostzaan.nl en www.grotekerkoostzaan.nl

terug
 
 
 
 

Kerkdienst
datum en tijdstip 28-04-2024 om 10.00 uur

Voorganger:
ds. Christina Pumplun



 
meer details

 
Digitale Kerkdienst
21-4-2024 


Ds. R. van der Weg
 
Agenda Grote Kerk

 

Druk op de afbeelding om
naar de Agenda te gaan.

 
 
Kerkbuurten
april 2024


Deadline volgend nummer:
 23 april 2024
 
Agenda Vrienden van de grote kerk Oostzaan


 
 
 
Protestantsekerk.net is een samenwerking tussen de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland en Human Content Mediaproducties B.V.